hebben | EUdict | Dutch>French

Results for: hebben

Dutch	French
hebben	avoir
hebben	détenir
achting hebben voor	estimer
berouw hebben	se repentir
bezwaar hebben tegen	objecter
de wacht hebben	être de garde
dorst hebben	avoir soif
dorst hebben (ww)	avoir soif
een afschuw hebben van	avoir horreur de
hebben (ww)	avoir (vt)
honger hebben (ww)	avoir faim
in pacht hebben	tenir à ferme
intentie hebben (ww)	avoir l'intention
kennen (kennis hebben van iemand)	connaître (vt)
lekken (een lek hebben)	fuir (vi)

Translations: 1 – 15 / 24

Total number of language pairs: 544
Total number of translations (in millions): 15.4