discharge | EUdict | English>Dutch

Results for: discharge

English	Dutch
discharge	ontslaan, ontzetten, royeren, vracht lossen; uitwerpen, uitscheiden; bevrijden; verwijderen; sturen, wegsturen; schieten
discharge	ontslag (n)
arc discharge	boogontlading
brush discharge; brushing; corona; corona discharge	sproei-ontlading
discharge belt; discharge conveyor	afvoerband
discharge chute; drain pipe	afvoergoot
discharge current	ontlaadstroom
discharge curve	ontlaadkarakteristiek
discharge curve	ontladingskromme
discharge flash bulb	ontladingsflitslamp
discharge hole; drain hole	afvoergat
discharge instruction	instructies bij ontslag (n)
discharge path	ontlaadweg
discharge phenomena	ontladingsverschijnselen
discharge pipe; drain pipe	afvoerleiding

Translations: 1 – 15 / 54

Total number of language pairs: 544
Total number of translations (in millions): 15.4