control | EUdict | English>Dutch

Results for: control

English	Dutch
control	bedieningsorgaan
control	beheersing
control	besturing
control	bewind, heerschappij, bestuur, controle; beheer; stuurinrichting; beheersing, controleren; beheersen; beheren; onderzoeken; regelen
control	besturing (n)
control	besturingselement (n)
Control	Controle ()
ABC stock control	ABC-voorraadbeheer
access control	toegangsbesturing
Access Control	Access Control (PN)
access control	toegangsbeheer (n)
access control entry	vermelding voor toegangsbeheer (n)
access control list	toegangsbeheerlijst (n)
Access control list	Toegangscontrole lijst ()
access control record	Access Control Record (n)

Translations: 1 – 15 / 722

Total number of language pairs: 544
Total number of translations (in millions): 15.4